Een dartbord is verdeeld in meerdere ringen en vlakken. In de buitenste rand staan de cijfers vermeldt, die aangeven hoeveel punten een bepaalt vlak waard is. Per beurt mogen er drie pijlen naar het bord worden gegooid. Je kunt hiermee een single, dubbel of triple gooien. De single en triple worden gebruikt als scorende vlakken terwijl dubbel wordt gebruikt voor het finishen van een spel.
De puntenverdeling van een dartbord is als volgt:
De maximale score die je per beurt kunt gooien is 180, hiervoor moet je drie keer de triple 20 raken. In 501 darts kan je het snelst het spel winnen door het gooien van een 9-darter. Hiervoor zijn een aantal varianten mogelijk, maar de meest voorkomende is: 180, 180 en 141 (T20, T19 en D12).
180
9 darter
Wat zijn de meest voorkomende finishes?
De meest voorkomende dartspellen win je door het gooien van een dubbel, te vinden in de buitenste ring van het dartbord. De meeste darters hebben dubbel 16 als favoriet, aangezien je bij het gooien van een single door kunt naar dubbel 8, dubbel 4, dubbel 2 en dubbel 1. Ook dubbel 20, beter bekend als tops, is voor veel spelers een favoriete dubbel. Benieuwd hoe je in een dartspel het snelst toe kunt werken naar dubbel 16 of dubbel 20? Bekijk en print dan onze uitgooilijst.
Wanneer telt een score niet?
Er zijn een aantal gevallen waarbij er geen punten worden gerekend, namelijk:
- Wanneer een pijl in de buitenste zwarte rand (tussen de cijfers en de dubbel) of naast het bord wordt gegooid.
- Wanneer er sprake is van een bouncer, oftewel een pijl die direct uit het bord kaatst.
- Wanneer een pijl in het bord terecht komt, maar uit het bord valt voordat de schrijver een pijl gecalled heeft of een darter ze uit het bord heeft gehaald.
- Wanneer een pijl op een andere pijl leunt, maar de punt niet het vlak raakt.
- Wanneer een pijl in de achterkant van een andere pijl gegooid wordt en er sprake is van een ‘Robin Hood‘.